Expert-reflectie ten behoeve van Lessons Learned COVID-19

Naam:                 Prof.dr.ir. Jan Rotmans

Functie:              Hoogleraar Duurzaamheid & Transities

Organisatie:       DRIFT, Erasmus Universiteit Rotterdam

Datum:               08 augustus 2020

Onderwerp expert-tafel: Effecten generieke lockdown

Wat is het perspectief van waaruit u kijkt (bijvoorbeeld, wetenschap, praktijkdeskundige, en welke achtergrond)?

Vanuit een integraal wetenschappelijk en maatschappelijk perspectief. Daarom heb ik het Break-out Team opgericht, als pendant van het Outbreak Management Team, dat louter uit medici bestaat. Het Break-out Team bestaat uit experts vanuit verschillende disciplines, zoals economie, gedragswetenschap, filosofie, milieu & duurzaamheid en uit praktijkmensen uit zorg, onderwijs, kunst & cultuur, democratie & besluitvorming. Kortom een multidisciplinaire mix van experts en praktijkmensen die gezamenlijk integraal pogen te kijken naar de COVID-19 problematiek en creatieve, innovatieve oplossingen proberen aan te dragen.

Wat zou u, met de kennis van nu, het kabinet adviseren om, vanuit het oogpunt van langdurige zorg, precies weer zo te doen dit najaar om een opleving te voorkomen of, mocht hij komen, snel in te dammen? Welke elementen in de aanpak zijn wat u betreft waard om vast te houden, te herhalen of uit te bouwen, vanuit het perspectief van de langdurige zorg? En waarom?

De lockdown was nodig maar kwam te laat, we hadden twee weken eerder kunnen en moeten zijn, dat is een eerste belangrijke les. De lockdown werd intelligent genoemd, wat deels zo is, omdat hij beheerst was, beperkt en niet te streng. De exit-strategie was echter verre van intelligent, die was te algemeen en te grofmazig, zonder te differentiëren naar tijd, plaats, leeftijd, sector en regio. Zo’n te grofmazige exit-strategie legt onnodige beperkingen op aan te grote groepen mensen en treft de kwetsbaarste mensen, groepen en sectoren het hardst. Je kunt Groningen niet vergelijken met Rotterdam en jongeren niet met ouderen.

In het beginfase van de lockdown domineerde het medisch perspectief, waarbij de individuele gezondheid vooropstaat en we elk mensenleven willen redden. Het doel van deze puur medische strategie was de verspreiding van het coronavirus zoveel mogelijk te voorkomen om zoveel mogelijk levens te redden. De capaciteit van de intensive care was hierbij leidend. Deze strategie is grotendeels gelukt en heeft veel levens gespaard en vele gezonde levensjaren gewonnen. Ex-post is deze puur medische strategie te legitimeren voor de lockdown.

In de exit-fase is echter te lang vastgehouden een puur medische strategie en dat heeft de nodige schade aangericht. Het perspief was te smal, feitelijk ontbrak een helder perspectief voor mensen, omdat niet werd gekeken vanuit een brede, maatschappelijke invalshoek. De daarmee gepaard gaande economische crisis en het uitstellen van reguliere zorg heeft waarschijnlijk nog meer levens en gezonde levensjaren gekost.

De afweging die eerder gemaakt had moeten worden is die tussen de gezondheidswinst van een puur medische aanpak versus de gezondheidsschade van de uitgestelde reguliere zorg en economische crisis. Daarbij moeten we voorkomen dat de schade van de aanpak groter wordt dan die van het virus zelf.

De exit-strategie was dus niet intelligent omdat de verschuiving van medisch naar maatschappelijk perspectief ontbrak en te star werd vastgehouden aan beperkende maatregelen in algemene zin. Intelligent zou hebben betekent dat van meet af aan was onderscheiden naar regio, doelgroep, sector, etc. Ook dat is een belangrijke les voor een volgende keer. Geen generieke strategie meer, maar specifiek en onderscheidend naar relevante dimensies.

De crisis markeerde ook de disbalans in het zorgstelsel. Tussen care en cure, waarbij de cure heel dominant was (zeker de ziekenhuiszorg, ook dominant aanwezig in het Outbreak Management Team), en de care ondergeschikt en op veel plaatsen volledig vergeten is. Met name de verpleegzorg en daar is heel wat fysieke en mentale gezondheidsschade aangericht. Een belangrijke les is dat in de verpleegzorg te algemene maatregelen zijn genomen, terwijl grote behoefte is aan maatwerk. Geef zorgorganisaties het vertrouwen om passende maatregelen te nemen in samenwerking met de veiligheidsregio. Voorbeeld: Zorgorganisaties hebben massaal de restaurants moeten sluiten met als gevolg dat mensen minder goed eten en minder sociaal contact hebben in de laatste fase van hun leven. Terwijl de 1.5 meter regel is in te richten in veel restaurants. In de verpleeghuiszorg moet de kwaliteit van leven centraal blijven staan.

De communicatie ronde de 1.5metersamenleving is bepaald ongelukkig geweest. De 1.5meter samenleving is niet normaal en zal dat ook nooit worden. Het is hooguit een tijdelijk normaal, noodgedwongen. Maar in de kern is het een tegennatuurlijke situatie. Mensen houden er niet van en zullen zich er na verloop van tijd ook niet meer aan houden. Spreek dus niet meer over het ‘nieuwe normaal’, maar over een ‘tijdelijke aanpassing’. Halsstarrig vasthouden aan de 1.5metersamenleving zal leiden tot toenemend verzet. Maak ook helder onderscheid tussen buiten en binnen, buiten hoeven we minder stringent om te gaan met 1.5meter. Veruit de meeste besmettingen vinden plaats binnenshuis en in het openbaar vervoer. In veel mindere mate in de horeca, dus al te stringente maatregelen zijn daar niet op zijn plaats.

De controverse rond mondkapjes is verwarrend voor mensen. Je kunt wel blijven wachten op wetenschappelijke consensus over het effect van mondkapjes, maar die komt er wellicht nooit. Het is beter begrip te hebben voor de maatschappelijke druk, omdat mensen zien en ervaren dat ze in omringende landen wel gedragen moeten worden. Voer ze dus functioneel in op plekken waar lastig aan de 1.5meter afstand kan worden voldaan, zoals bij plekken waar veel mensen samenkomen: evenementen, sportwedstrijden, winkelcentra, etc. Wees daar helder en éénduidig in, dat schept helderheid waar veel mensen behoefte aan hebben.  

Deze fase van de corona crisis stelt ook andere eisen aan de communicatie. Enerzijds is helderheid en strengheid vereist om mensen weer te overtuigen afstand te houden en ze te overtuigen van het nut en de noodzaak van de maatregelen. Dit zal steeds lastiger worden, omdat er steeds meer onbegrip en onvrede zal komen en er ‘coronamoeheid’ zal optreden. Maar in deze fase van de crisis past het niet meer om mensen alleen maar top-down en betuttelend toe te spreken. Mensen willen serieus genomen worden en kunnen aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheid vanuit een zeker vertrouwen. Slechts een relatief kleine groep onttrekt zich aan de maatregelen en die moet daar specifiek op worden aangesproken. Sowieso vraagt elke doelgroep om een andere benadering. Je kunt jongeren niet alleen benaderen via een persconferentie op tv. Het zou beter zijn om gebruik te maken van de kracht van ‘influencers’ voor het bereiken van jongeren. Maar doe dat wel slim en betrek jongeren daar ook zelf bij, anders heeft het niet of nauwelijks effect. Ook kwetsbare mensen kunnen beter op een eigenstandige manier worden benaderd, bv. door ervaringsdeskundigen. Er wordt onvoldoende gebruik gemaakt van de moderne communicatiemiddelen, de communicatie loopt vooral via traditionele media (tv, radio) in de vorm van persconferenties. Dat is in feite niet meer van deze tijd en daarmee bereik je grote groepen, zoals jongeren, niet meer. Het zou beter zijn de dialoog te zoeken met uiteenlopende doelgroepen van de Nederlandse samenleving, met behulp van moderne communicatiemiddelen en digitale media.  

Wat zou u, met de kennis van nu, vanuit het perspectief van de langdurige zorg, het kabinet adviseren om dit najaar anders, of nieuw te doen in het voorkomen of indammen van een opleving van het virus? En waarom?

Hoe het beter en anders kan staat deels hierboven al aangegeven. Hierbij nog puntsgewijs de belangrijkste aandachts- en verbeterpunten:

  • Meer, beter en sneller testen. Het duurt nu nog vaak te lang voordat men zich kan laten testen, of voordat de uitslag bekend is. Nu is de doorlooptijd tussen testen en testuitslag ca. 6 dagen, zoals in Rotterdam, dat kan terug naar 1 dag. Snelle verwerking van het testmateriaal is van vitaal belang. En testcapaciteit verder decentraliseren naar het lokale niveau.
  • Binnenkomend verkeer screenen, zeker uit oranje en rode gebieden. En geen vrijwillige zelfquarantaine, maar verplichte quarantaine na risicovol bezoek, anders is het te vrijblijvend.
  • Nationale kaders bieden, maar regionaal en lokaal beleid voeren. Lokale brandhaarden onmiddellijk indammen. In de volgende fase van de crisis is de uitvoering regio-specifiek en lokaal qua implementatie. Het dashboard moet ook verfijnd worden, anders is het te grofmazig en heeft het geen echte toegevoegde waarde.
  • Doelgroepenbeleid wordt de norm. De grootste problemen zitten nu bij jongeren en allochtonen, dat vraagt om een specifieke aanpak en communicatie.
  • Mondkapjes verplichten in kritische gebieden, op lokaal niveau en bij alle drukke omstandigheden binnen en bij grote bijeenkomsten buiten. Wees daar helder en transparant in, ook al is er geen sluitend wetenschappelijk bewijs voor het positieve effect van mondkapjes dragen, het geeft wel klaarheid en daar is grote behoefte aan.
  • Betere ventilatie in gebouwen en scholen wordt cruciaal in het najaar, daar wordt nog veel te weinig aandacht aan besteed. Er is overtuigend bewijs dat dit helpt om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. Teveel tijd is verkwist met non-discussies, we hadden al veel eerder kunnen beginnen met het aanpakken van de ventilatie in binnenruimtes.
  • Veel betere en slimmere communicatie is nodig in de volgende fase van de crisis. Meer pluriform, gericht op verschillende doelgroepen, niet alleen top-down, maar zoek de dialoog met de doelgroepen.
  • Betrek ook de kracht en expertise van de samenleving om tot creatieve oplossingen te komen. Zo geven jongeren aan dat al het geld dat naar ‘influencers’ is gegaan, geen significant effect heeft gehad op het gedrag van jongeren. Vooral omdat jongeren dat doorzien en er zelf niet bij betrokken worden, komt het te artificieel over en werkt het niet.
  • Grijp de crisis aan om de zorg te hervormen. Vooral wat betreft de organisatie: veel meer regionaal en lokaal georganiseerd. En inhoudelijk veel meer het accent op preventie dan op curatie. Het beste medicijn tegen het coronavirus is het weerbaarder maken van de bevolking door mensen gezonder te maken. Voldoende bewegen, gezond eten en mentale balans zijn belangrijke bouwstenen voor weerbaarheid.  
  • Een bredere blik op de corona crisis is hard nodig. We kunnen niet nog een keer te smal kijken, vanuit alleen het medisch perspectief. Het maatschappelijk en menselijk perspectief moet in de volgende fase minstens zoveel ruimte krijgen. Anders is de economische schade en mentale schade niet te overzien en kunnen we een geweldige terugslag krijgen de komende Jaren.
  • Het Outbreak Management Team moet ook verbreed worden met niet-medische experts, zoals in Duitsland, wat daar goed functioneert. Of anders een soortgelijk team er naast, met experts op het gebied van economie, gedragswetenschappen, milieu en duurzaamheid, transities, communicatie, etec.
  • En ten slotte niet te lang wachten met ingrijpen als dat echt nodig is. Eén van de lessen uit de lockdown is dat ca. twee weken te laat is ingegrepen. Vaak is Nederland volgend en niet leidend in vergelijking met andere landen, laat het nu een keer omgekeerd zijn, indien nodig.

“Het gewone wordt weer bijzonder”

De corona crisis grijpt diep in op ons dagelijks leven, en velen ervaren de gezondheidseffecten en economische nadelen. Toch schuilen er gelukkig ook positieve punten in deze crisis.

(i) Het gevoel van saamhorigheid, het idee dat we samen voor een enorme opgave staan, en dat we die alleen samen kunnen oplossen.

(ii) De waarde van samenredzaamheid. Samen dingen doen en ondernemen, met en voor elkaar. Elke crisis gaat gepaard met een toename van burgerinitiatieven, elkaar helpen in de buurt, oog hebben voor de kwetsbaren en zwakkeren.

(iii) Positieve milieu-effecten. We verplaatsen ons minder, en vervuilen dus minder. Ook worden minder spullen gekocht en verkocht, wat minder vervuiling oplevert. China stoot nu 25% minder CO2 uit dan normaal.

(iv) Herwaardering van het gewone. Wie altijd op pad is, ziet het gewone over het hoofd. Het bijzondere schuilt juist in het gewone, in huis, bij je naasten, en in jezelf.

(v) Tijd voor bezinning. Juist nu is er ruimte voor Kairos tijd, tijd voor reflectie. Want wie echt wil veranderen moet eerst tot stilstand komen.

 

De Groene Hesjes komen er aan: en ze gaan niet meer weg

 

De Groene Hesjes komen er aan: en ze gaan niet meer weg

   Jan Rotmans

   Erasmus Universiteit Rotterdam

Ik was erbij donderdag 7 februari 2019. En het was indrukwekkend. Zo’n 15.000 scholieren, jong en springerig, en tegelijkertijd serieus en betrokken. Een golf van energie ging door de stad Den Haag en over het Malieveld. Wat mij trof was de vastberadenheid: “volgende week staan wij hier weer” was de terugkerende leus. Is dit de voorbode van een nieuwe protestbeweging? Zijn dit de groene hesjes? Het lijkt er verdacht veel op.

Maatschappelijke bewegingen zijn collectieve, informele netwerken van mensen met gedeelde waarden die een doel willen realiseren. In de 19de eeuw ontstonden sociale bewegingen, zoals de arbeidersbeweging en de vrouwenbeweging, vanuit maatschappelijke onvrede die de industriële revolutie met zich meebracht. Nu bevinden we ons opnieuw in een overgangsperiode, als onderdeel van een digitale en duurzame revolutie. Ook nu is er veel maatschappelijke onvrede, onzekerheid en chaos, die de voedingsbodem vormen voor nieuwe maatschappelijke bewegingen. Denk aan de Occupy beweging, de MeToo beweging, en de klimaatbeweging. Met wisselend succes, en wat succesvolle bewegingen onderscheidt van minder succesvolle, is dat zij herkenbare leiders hebben, positieve waarden delen, strategische interventies plegen, werken met rituelen, en slimme acties die overal aandacht trekken. Vaak ontstaan uit een klein groepje individuen met tegendraadse ideeën, kunnen zij een onstuitbare kracht ontwikkelen, en een golfbeweging op gang brengen.

Moderne bewegingen organiseren zich bovendien als een zwerm, op digitale wijze, waardoor zij snel en behendig kunnen manoeuvreren en in heel korte tijd massa’s mensen op de been kunnen krijgen. De gele hesjes zijn een voorbeeld van zo’n effectieve, moderne beweging, die gesteund worden door twee derde van de Franse bevolking. Maar ook de divestbeweging, begonnen met een klein groepje studenten in Amerika, is uitgegroeid tot een wereldwijde studentenbeweging. De kracht van bewegingen is dat zij ongrijpbaar zijn en daardoor bedreigend voor de bestaande orde. Hun zwakte is dat zij geneigd zijn zich na verloop van tijd formeel te organiseren, waardoor zij onderdeel worden van wat zij eerst bestreden.

En dan nu de groene hesjes. De afgelopen tijd zijn in heel Europa jongeren massaal de straat op gegaan, om meer klimaatambitie te eisen van de politiek. Na België, Duitsland, Zweden en Frankrijk gingen ook in Nederland scholieren de straat op om te staken voor een ambitieuzer klimaatbeleid. Op basis van de feiten die de klimaatwetenschap verschaft, hebben de actievoerders groot gelijk. Twee generaties voor hen hebben verzaakt het klimaatprobleem tijdig aan te pakken, en hebben er de jongste generatie mee opgezadeld. En deze kinderen beseffen dat, en voelen dat bovenal. Het begon allemaal met een Zweeds meisje, Greta Thunberg, de eerste klimaatspijbelaar, die blijft spijbelen totdat Zweden zijn klimaatdoelen realiseert. Zij maakte grote indruk met haar prikkelende toespraak bij de VN-klimaattop in het Poolse Katowice, en daarna eveneens op het Wereld Economisch Forum in Davos. Zo groeide zij in zeer korte tijd uit tot een internationale mediaster en klimaaticoon, en werd een inspiratiebron voor miljoenen kinderen over de hele wereld. Ongewild fungeerde zij als katalysator voor een snel groeiende beweging van stakende scholieren.

Wordt dit uiteindelijk een succesvolle protestbeweging? Het is nog te vroeg om dat vast te stellen, maar de potentie is er zeker. Er is sprake van een duidelijke leider (Greta Thunberg), aantrekkelijke rituelen (klimaatspijbelen), gedeelde waarden (beter klimaat, ambitieuzer klimaatbeleid), ze zijn schijnbaar ongeorganiseerd, als een zwerm, maar worden toch vanuit een cockpit (youth for climate) aangestuurd, en gebruiken de sociale media slim voor effectieve acties, zodat ze zich razendsnel kunnen organiseren. Tot slot hebben zij een hernieuwd sociaal engagement, wat hun voorgangers misten. De tijdsgeest is hun beste metgezel, want ze hebben momentum. Zij gaan niet meer praten, of vergaderen, zij willen concrete en onmiddellijke actie. Voorgaande generaties hebben hierin gefaald, en er voor gezorgd dat de lasten op hun schouders terecht komen, en zij voelen die druk.

Kunnen zij het momentum vasthouden, en zodanige informele druk uitoefenen, dat de energietransitie daadwerkelijk in een versnelling komt? We gaan het zien, maar de voortekenen zijn positief. Op 15 maart is een wereldwijde scholierenstaking gepland, die honderdduizenden jongeren moet trekken. De groene hesjes zijn er. En ze gaan niet meer weg.